Heb je nog een plekje in de (moes)tuin, dan is dit een goed moment om knoflook in de grond te zetten. De meeste mensen poten de teentjes in oktober, maar dit kan makkelijk nog tot december. De kou moet er goed overheen zijn geweest. Vanwege de droogte is het aanbod van knoflook soms wat beperkt. Dan helpt het ook als je er vroeg bij bent.
Hoe werkt het?
Het poten van knoflook is heel eenvoudig. Je haalt de tenen van een knoflookbol van elkaar los. De losse tenen druk je in de grond. Knoflook kan in principe op alle grondsoorten groeien, zolang deze los en goed doorlatend is. Gebruik bijvoorbeeld de Makkelijke Moestuin Mix. Zorg voor een zonnig plekje. Poten in een grote pot of bak kan ook, als deze vanaf zo’n 15 centimeter diep en breed is.
Plant de tenen ongeveer 5 centimeter diep met het puntje naar boven gericht. Daar groeit het loof uit. Elke teen vormt aan de onderkant een nieuwe knoflookbol! Dit lukt zelfs met (biologische!) knoflookbollen uit de supermarkt. Al haal je met plantgoed vaak betere resultaten. Heb je weinig plek, gebruik dan vooral de grootste tenen. Zorg dat er ongeveer 10 centimeter ruimte tussen de tenen is.
Na half december kun je beter geen knoflook meer planten. Wacht dan tot het voorjaar. De opbrengst zal dan wel minder zijn en je oogst deze ook veel later (vanaf het najaar).

Wanneer oogsten?
De knoflookplanten hebben weinig verzorging nodig. Enkele weken na het planten zie je al groen loof verschijnen. Oogsten doe je in de zomer (vanaf eind juni) als de toppen geel worden en de bollen ongeveer 4 tot 6 centimeter in doorsnede zijn. Laat de knoflook een paar weken drogen in de wind op een droge plek. Of gebruik het direct als verse groene knoflook. De tenen zijn dan wat sappiger en milder. De grootste bollen kun je bewaren om in het najaar weer als pootgoed te gebruiken!