Het wordt weer wat kouder de komende dagen. Wil je niet te veel gas verstoken, maar wel een comfortabele werkplek? Dan is infraroodverwarming misschien een idee. Niet iedereen kent deze vorm van verwarmen. Daarom zetten we de belangrijkste kenmerken in dit artikel voor je op een rijtje.
Elektrisch verwarmen
Elektrisch verwarmen zal steeds meer de norm zijn. De overheid ziet immers graag dat we allemaal van het gas af gaan. Gas zal bovendien duurder worden en op termijn zelfs beperkt beschikbaar zijn. Daarom vind je in nieuwbouwwoningen al jaren geen gasaansluiting meer. Een warmtepomp zorgt dat je kunt verwarmen zonder gas. Maar er zijn ook andere manieren om elektrisch te verwarmen. We hebben het dan meestal over bijverwarming. En dat is ook handig voor mensen die wél een gasaansluiting hebben, maar graag wat willen besparen vanwege de hoge gasprijzen.
Infraroodverwarming
Met infraroodverwarming kun je voor weinig geld elektrisch verwarmen. Het verwarmt niet de lucht, zoals een traditionele verwarming, maar de mensen en objecten in de ruimte. Dat voelt heel comfortabel aan, zolang je in de stralingswarmte zit. Ook als de luchttemperatuur om je heen lager is. Je plaatst ze daarom in de buurt van waar je zit of staat. Denk aan een bureau, zithoek of in de serre. Ook in een koele ruimte kun je dan comfortabel zitten.
Infraroodverwarming zal een ruimte zelf niet of in ieder geval niet op korte termijn verwarmen. Wil je een bepaalde ruimte vorstvrij houden op de koudste dagen van het jaar, zoals een garage of de kas in je moestuin? Dan is infraroodverwarming geen optie. Als je een heel goed geïsoleerd huis hebt ligt het mogelijk anders. Maar ook dan wordt infraroodverwarming niet vaak als hoofdverwarming gebruikt, omdat er zuinigere opties zijn, zoals een warmtepomp.
Energiebesparend
Een infraroodpaneel is vaak energiebesparend. Het hangt er wel van af hoe het wordt toegepast. In elke ruimte waar je infraroodpanelen toepast kan de centrale verwarming al snel zo’n twee graden lager zonder dat je veel aan comfort moet inleveren. Zo kun je in een serre in het voor- en najaar vaak toch nog comfortabel zitten, zonder dat je de ruimte zelf hoeft op te warmen. Werk je enkele dagen in de week thuis op een slecht geïsoleerde zolder? Dan brengt een infraroodpaneel ook daar vaak al genoeg warmte. Je hoeft de radiator wellicht niet eens aan te zetten.
Benut je goedkope stroom
Heb je een dynamisch energiecontract? Dan kun je de goedkope stroomuurtjes benutten om je huis voordelig elektrisch bij te verwarmen. In deze periode gaan de stroomprijzen ’s nachts vaak naar nul. Heb je een vast of variabel contract en zonnepanelen? En lever je op jaarbasis meer terug aan het net dan je verbruikt? Dan krijg je daar een vergoeding voor, de zogenoemde terugleververgoeding. Is die relatief laag, dan is het wellicht gunstiger om dit elektrisch ‘op te stoken’, om je gasverbruik te beperken.
Wil je nog zonnepanelen laten installeren? Dan kan de mogelijkheid voor elektrisch verwarmen een goede reden zijn om méér panelen te laten installeren dan je nu nodig hebt op basis van je verbruik. Bedenk wel dat op termijn de salderingsregeling zal worden aangepast, waardoor je meer afhankelijk zult zijn van de terugleververgoeding.
Lage aanschafkosten
Kijken we naar de aanschaf van infraroodpanelen, dan valt op dat ze relatief voordelig zijn, in vergelijking met andere vormen van elektrische verwarming. Ook al krijg je er geen subsidie voor. De beschikbaarheid kan wel tijdelijk een probleem zijn, omdat er veel vraag naar is. Het wordt vaak aanbevolen om eerst met één paneel te beginnen in een bepaalde ruimte, zodat je weet wat je er aan hebt en hoe je de warmte ervaart. Verwarming is namelijk altijd heel persoonlijk.
Flexibele plaatsing
Je kunt infraroodpanelen meestal eenvoudig zelf installeren als je een beetje handig bent. Er is alleen een stopcontact in de buurt nodig. Als je veel panelen gaat installeren moet je wel de aansluitwaarde in de gaten houden. Veel panelen kun je gewoon ergens neerzetten. Dan kun je de warmte precies brengen waar je er behoefte aan hebt. Je voelt de warmte tot op enkele meters van een paneel. Daarnaast worden panelen vaak aan muur of plafond bevestigd.
De plaatsing en het gekozen vermogen zijn overigens wel belangrijk. Plaats je bijvoorbeeld een infraroodpaneel boven je bureaublad, dan zullen het bureaublad zelf en je bovenlichaam warm aanvoelen, maar je benen kunnen koud blijven. Dan is soms toch een acceptabele basistemperatuur nodig. Als je een hele ruimte homogeen wil verwarmen – dus zonder koude zones – met meerdere panelen, moet je nóg kritischer naar de plaatsing en het vermogen kijken. De beste plek is vaak aan het plafond, maar dat maakt de installatie ook weer lastiger.
Moderne afwerking
Infraroodpanelen kunnen bijna onzichtbaar in je interieur worden geïntegreerd. Ze nemen heel weinig plaats in, zeker in vergelijking met standaard radiatoren. Afhankelijk van de toepassing kun je bijvoorbeeld kiezen uit aluminium, glas en keramiek. Er zijn zelfs panelen met ingebouwde spiegel voor in de badkamer en schilderijen waar een infraroodpaneel achter zit. Het optisch wegwerken van de kabels kan wel wat uitdagender zijn. Wellicht kan er bij de bouw van het huis al rekening mee worden gehouden.
Gezondheidsvoordelen
Infraroodpanelen maken gebruik van lange golf stralen (ongeveer 10 micrometer) die sterk lijken op die van de zon. De stralen verwarmen de huid maar dringen daar niet in door. Het is daarom niet schadelijk voor de gezondheid. Het zou zelfs gezondheidsvoordelen bieden. Het kan bijvoorbeeld verlichting geven bij gespannen spieren. Ook blijft de luchtvochtigheid beter in balans bij deze manier van verwarmen.
Omdat niet de lucht maar objecten worden verwarmd, is het temperatuurverschil tussen muur en plafond kleiner dan bij traditionele verwarming. Daardoor is er veel minder luchtcirculatie, en dus ook een veel lagere verspreiding van huisstof en ander fijnstof. Hier hebben astmapatiënten en mensen met allergieën baat bij. En omdat de warmte aan objecten wordt afgegeven, dringt die beter door in muren, die daardoor droger blijven en minder last hebben van schimmelgroei. Hoewel de panelen zelf warm worden, zijn ze veilig om aan te raken.
Soms lange opwarmtijd
Infraroodpanelen hebben een opwarmtijd van gemiddeld zo’n 5 tot 10 minuten. Daardoor geven ze niet direct (genoeg) warmte als je ze aanzet. Dat is lastig in ruimtes waar je maar kort bent. Let hier goed op bij aanschaf en kies waar nodig voor panelen met een kortere opwarmtijd. Dat is handig in bijvoorbeeld de badkamer, wat meestal ook één van de beste plekken voor een infraroodpaneel.
Extra handelingen
Infraroodverwarming hoeft alleen aan te staan als je daadwerkelijk in de ruimte bent. Het biedt immers vooral stralingswarmte. Het is daarom ook zonde om ze aan te laten staan als je niet in de ruimte bent. Het betekent wel dat je actief naar een oplossing moet zoeken voor het aan- en uitzetten van de panelen of een slimme aansturing. Alleen dan kun je goed besparen. Sommige panelen hebben een eenvoudige aan/uit-schakelaar, maar dat is niet altijd praktisch. Veel handiger is bijvoorbeeld een thermostaat met bewegingssensor.
