De salderingsregeling zou oorspronkelijk per 1 januari 2023 stapsgewijs worden afgebouwd. Het is één van de maatregelen die gelukkig nog geen doorgang vindt. In ieder geval tot 2025 mogen eigenaren van zonnepanelen volledig salderen. We leggen uit wat de salderingsregeling inhoudt en wat er verandert.
Wat is salderen?
De stroom die jouw zonnepanelen opwekken gebruik je deels direct zelf. Wat je niet gebruikt lever je terug aan het openbare net. Na ieder contractjaar zal de energieleverancier de stroom die je hebt afgenomen verminderen met de stroom die je terug hebt geleverd. Dat gaat tegen hetzelfde tarief inclusief belastingen. Dit heet salderen.
Heb je meer teruggeleverd dan afgenomen? Dan kom je uiteraard op een negatief verbruik. Je krijgt dan zelfs geld terug per kilowattuur, de zogeheten terugleververgoeding. Is die vergoeding niet zo groot? Dan is het soms interessant om het overschot aan stroom op te maken om bijvoorbeeld relatief voordelig je huis elektrisch (bij) te verwarmen.
Hoe regel je het salderen?
Het salderen gaat automatisch. Als je zonnepanelen hebt gekocht, zul je deze wel moeten registreren op energieleveren.nl. Dan weten je netbeheerder en ook de energieleverancier dat je elektriciteit terug zal gaan leveren en ook (ongeveer) hoeveel. Soms zorgt je installateur voor deze registratie. Na ieder contractjaar zal de energieleverancier de teruggeleverde stroom verrekenen. De energieleverancier zal de gegevens in veel gevallen ook vooraf gebruiken om je termijnbedrag te bepalen. Let daar ook zelf op, anders loop je het risico dat je termijnbedrag onnodig hoog is.
Verbruiksmoment (nog) niet belangrijk
Een groot voordeel van de huidige regels rondom salderen is dat het eigenlijk niet uitmaakt op welk moment je elektriciteit precies verbruikt. Dat komt omdat je voor elke teruggeleverde kilowattuur, inclusief belastingen, net zo veel terugkrijgt als je per kilowattuur moet betalen voor de stroom die je op een ander moment afneemt. Dat je vooral je wasjes zou moeten draaien als de zon schijnt klopt dus (nog) niet.
Overigens biedt het wel enkele voordelen om je zelf opgewekte stroom toch direct te gebruiken. Het maakt je bijvoorbeeld minder afhankelijk van het moment dat je energieleverancier gaat salderen. Dat doen ze in de regel pas na je contractjaar. Ook helpt het direct gebruiken van je eigen stroom om de belasting op het net te verminderen. Nu zie je soms dat op heel zonnige dagen het elektriciteitsnet overbelast raakt.

Wat gaat er veranderen?
De salderingsregeling zal op termijn worden aangepast. Dit zou oorspronkelijk al eerder gebeuren, maar nu is 2025 als begindatum bepaald. Vanaf dat moment mag je nog maar een percentage van de teruggeleverde elektriciteit van je verbruik aftrekken. Dat percentage daalt elk jaar, zoals je in onderstaande tabel kunt zien. De eerste stap in 2025 is meteen een grote stap, om de ‘verloren jaren’ door het uitstel een beetje goed te maken. Nog maar 64 procent van de stroom die je hebt teruggeleverd mag je dan salderen. Daarna gaat dit in stappen terug naar nul (zie tabel).
Jaar | Te salderen |
---|---|
2025 | 64 procent |
2026 | 64 procent |
2027 | 55 procent |
2028 | 46 procent |
2029 | 37 procent |
2030 | 28 procent |
2031 en later | 0 procent |
Terugleververgoeding gaat omhoog?
Voor de teruggeleverde stroom die je niet mag salderen zul je straks waarschijnlijk wel een relatief hoge terugleververgoeding krijgen. Wettelijk zal dit tarief, zoals het er nu naar uit ziet, op ten minste 80 procent van het leveringstarief exclusief belastingen worden gesteld. Daarom hoeft het er in de praktijk niet zo slecht uit te zien. Maar nadelig blijft het wel en je gaat ook meer belasting betalen.
Zonnestroom zelf gebruiken?
Zoals je in de tabel kunt zien mag je per 2031 helemaal niets meer salderen. In feite betaal je dan voor elke elke kilowattuur die je afneemt van het elektriciteitsnet de volle kilowattuurprijs. De zonnestroom die je zelf meteen gebruikt blijft uiteraard gratis. Het teveel aan zonnestroom wordt teruggeleverd en hier krijg je een vergoeding voor van vermoedelijk 80 procent van het leveringstarief.
Het wordt met het in werking treden van de nieuwe regels steeds gunstiger om zo veel mogelijk van je opgewekte stroom direct zelf te gebruiken of indien mogelijk op te slaan. Je zou bijvoorbeeld je elektrische auto overdag op kunnen laden in plaats van ’s nachts.

Terugverdientijd zeven jaar
Volgens de overheid komt de terugverdientijd voor zonnepanelen gemiddeld op zeven jaar uit. TNO stelt na onderzoek dat de terugverdientijd door de aanpassing van de salderingsregels iets zal oplopen tot gemiddeld negen jaar. De voorbeeldberekeningen gaan echter uit van een kilowattuurprijs rond €0,20. De huidige elektriciteitsprijzen liggen veel hoger. Daarom is de jaarlijkse besparing ook veel groter. En daardoor is de terugverdientijd weer veel lager. Maar reken je niet meteen rijk: het is natuurlijk niet bekend hoe lang de stroomprijs op dit hoge niveau blijft.

Investering blijft gunstig
Het mag duidelijk zijn dat het nog altijd gunstig is om zonnepanelen te kopen. Je profiteert van de huidige hoge elektriciteitsprijzen. De terugverdientijd is daardoor relatief kort. En belangrijker nog: je kunt nog een paar jaar maximaal profiteren van de huidige regels rondom saldering. Als je niet meer kunt salderen, kun je proberen zoveel mogelijk zonnestroom direct op te maken. En je krijgt waarschijnlijk ook een eerlijkere prijs voor de teruggeleverde stroom.
Op het moment mag je overigens ook nog altijd de btw op de aankoop én installatie van zonnepanelen terugvragen. Dit scheelt ongeveer 21 procent op de kosten. Ook hier kan een installateur je soms bij helpen tegen een kleine vergoeding. Bedenk ten slotte ook dat de zonnepanelen een verwachte levensduur van gemiddeld 25 jaar hebben. De enige kink in de kabel is op dit moment de beperkte beschikbaarheid van zonnepanelen en andere apparatuur, zoals omvormers, want er is erg veel vraag naar.
